Wenen rond 1900
Festival Vocallis

De overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw is in Europa een periode van ongeziene omwentelingen in alle geledingen van de maatschappij. Ook in de kunsten veroorzaakt deze koortsachtige polsslag van de tijd, die uiteindelijk tot de Eerste Wereldoorlog zou leiden, een stroom van hernieuwde inspiratie. De oude, versleten idealen van de romantiek worden beetje bij beetje losgelaten, het is de hoogste tijd om nieuwe, frisse paden te bewandelen. Dat die paden zeer uiteenlopende bestemmingen hebben mag ons niet verbazen, de Europese leidende culturen vullen de noodzaak aan verandering op hun eigen cultureel representatieve manier in.
In muziekhoofdstad Wenen zijn de omwentelingen misschien wel het meest tastbaar. Ook daar heeft de revolutionaire tijdsgeest de kunstwereld in zijn greep. Toonaangevende beeldende kunstenaars, architecten en dichters zijn ervan overtuigd dat er een radicale breuk met het verleden moet worden bewerkstelligd. In de stad rijzen prachtige Jugendstilpaleizen op, Gustav Klimt en de Wiener Secession maken furore, een modernistische onderstroom maakt zich meester van de kosmopolitische metropool.
De jonge Arnold Schönberg ondergaat dezelfde invloeden en beschouwt het als zijn taak om de Duitse muziektraditie van Wagner en Brahms samen te vatten en vanuit deze synthese een fundamenteel nieuwe taal te onwikkelen. Hij is ervan overtuigd dat de oude uitdrukkingsvormen, inclusief het tonale systeem, tot op de draad versleten zijn, het pad dreigt dood te gaan lopen.
Schönbergs synthese van de Duitse romantische muziek komt, naast de gigantische Gurrelieder, sterk tot uiting in het symphonische gedicht ‘Verklärte Nacht’. Dit vierde opusnummer uit 1899 is door zijn literaire oorsprong en zijn hyperemotionele inhoud misschien wel het populairste werk uit Schönbergs oeuvre. Het gelijknamige gedicht uit de bundel ‘Weib und Welt’ van Richard Dehmel is een poëtische weergave van een dialoog waarin een vrouw haar geliefde bekent een kind te verwach-ten van een andere man. Tijdens het fin-de-siècle in Wenen waren zulke thema’s die zinspeelden op Freuds ‘eros en thanatos’-theorie bijzonder modieus.
Papyruszaal
Zet op wensenlijst
passe partout € 55
Koop hier uw passe-partout voor alle vier de Vocallis-concerten op zo 8 nov.
Het Collectief brengt dit werk, dat origineel voot strijksextet werd gecomponeerd, in een kleurrijke versie voor pianotrio van diens student Eduard Steuermann. In de eerste jaren van de twintigste eeuw begint Schönberg binnen het bestaande romantische idioom te experimenteren met nieuwe harmonieën, nieuwe vormen, een démarche die hij in de volgende decennia zo halsstarrig bleef vol-houden dat hij uiteindelijk zijn publiek verloor en vereenzaamde. De Kammersymphonie opus 9 schrijft hij in 1906, nog in het prille begin van die omwenteling. De taal is nog steeds hyperromantisch, maar Schönberg integreert al kwartharmonieën en heletoonstoonladders in de tonale harmonie. Ook in de vorm neemt hij de beslissing om de traditionele vierdelige symfonie samen te persen tot één onafgebroken beweging. Hij noemt het werk een ‘kamersymfonie’ omdat het orkest teruggebracht wordt tot een grote kamermuziekgroep van vijftien solisten die elk hun eigen verhaal vertellen. Door deze onophoudelijke stroom van nooit eerder toegepaste ingrepen in dit werk, en in alle werken die hierop volgen, blijft Schönberg tot vandaag een belangrijke inspiratiebron voor een lange rij illustere componisten.
Eén van de eerste adepten van Schönberg is Alban Berg. Bergs muziek wordt geroemd om zijn lyri-sche, emotioneel geladen expressie. De radicaal modernistische stroom waarin hij werd opgezogen verhinderde hem niet de typisch Weense charme en expressie te laten openbloeien in zijn muziek. Hij werd daarom ook vooral beroemd met zijn opera’s Wozzeck en Lulu. In een veel vroeger stadium had hij echter al een stevige reputatie opgebouwd met zijn Pianosonate opus 1. In dit ééndelige werk gaan compositorisch vernuft, poëtische expressie en gedurfd experiment op zulk een harmonieuze manier samen, dat het bij velen geboekstaafd staat als het beste Opus 1 uit de muziekgeschiedenis. De bijzonder mooie kwintetversie die u hoort is van de hand van de jonge Brusselse componist Tim Mulleman.
Voor u gespeeld door HET toonaangevend ensemble van België, geprezen om hun kennis, speelvreugde en klasse. Een uniek ervaring.
Het Collectief
Fluit
Toon Fret
Klarinet
Julien Hervé
Viool
Wibert Aerts
Cello
Martijn Vink
Piano
Thomas Dieltjens
Fotografie
Emanuel Maes